Dyslexie in het nieuws
10/02/2017
Geslaagd!
20/03/2017
Toon alles

Rekendiagnostisch gesprek

Rekendiagnostisch gesprek

Bij DCTwente ontvangen wij regelmatig vragen over individuele leerlingen met rekenproblemen die vastlopen in de klas. Het is een uitdaging voor de leerkracht, rekenspecialist of behandelaar om de hiaten op te sporen. Kies bewust voor het goed inoefenen van de 1F doelen en integreer passende hulpmiddelen indien nodig.

 

Het voeren van een rekendiagnostisch gesprek geeft inzicht in het rekenproces van een leerling en kan helpen een goede instructie te kiezen waarmee de leerling verder kan groeien. Er zijn tal van rekendomeinen, die bestaan uit verschillende deelvaardigheden die beheerst moeten worden om een bepaald rekenvraagstuk goed te kunnen oplossen.

ijsberg-52
In het bovenstaande schema zien we de ijsbergmetafoor. Hier zien we dat er al een heel proces achter de rug is, het verkennen van betekenis en inhoud van getallen, voordat een leerling toe komt aan het uitrekenen van de formele bewerkingen. Wanneer een leerling bijvoorbeeld na de CITO toets, de rekenmethode toets of het gewone rekenwerk in de klas een opvallend resultaat laat zien kan een rekendiagnostisch gesprek met de leerling gevoerd worden om er achter te komen hoe de leerling rekent, denkt en handelt.

Verschillende observatietechnieken kunnen hierbij helpen:

Observeren van de taakaanpak

  • Hoe oriënteert de leerling zich? Kan hij/zij tussenstappen onthouden? Is er sprake van zelfcontrole?
  • Gebruikt de leerling materialen (zoals rekenrek, vingers, kralensnoer?)

Bevragen van het denkproces

  • Laat de leerling hardop de rekenstappen verwoorden tijdens of na het maken van de opgave.

Bespiegelen op gemaakte opgaven.

  • Welke opgave vond je het moeilijkst? Welke het makkelijkst?
  • Welke strategie vind jij prettig bij deze opgave? Welk materiaal gebruik je daar graag bij?

Als een leerling vastloopt, mag hulp aangeboden worden. Dat kan op verschillende manieren:

  1. Kies ervoor om een vergelijkbare opgave aan te bieden met makkelijkere getallen. Als dit lukt, lukt het de leerling dan vervolgens ook om de oorspronkelijke opgave op te lossen?
  2. Lukt het de leerling de opgave op te lossen, als een bepaald schema of model wordt aangereikt?
  3. Bespreek samen de mogelijke strategieën en laat de leerling er één kiezen en deze uitvoeren.
  4. Doe de opgave hardop voor. Verwoord expliciet de denkstappen. Laat de leerling daarna een vergelijkbare opgave oplossen, waarbij de leerling hardop de stappen verwoordt.

En onthoud: Het is belangrijk dat rekenzwakke leerlingen wel kennis maken met onderwerpen als breuken, procenten en kommagetallen. Deze vaardigheden hebben zij nodig om het rekenen op het voortgezet onderwijs goed te begrijpen!